Pannekoek of Pannenkoek ?
Tot de spellingwijziging van 1995 werd in het Nederlands pannenkoek gespeld als "pannekoek". Sommigen houden echter vast aan de oude spelling, die ze dan bijvoorbeeld als een versteende vorm beschouwen. De officiële spelling erkent dit niet.
Het woord wordt ook wel gebruikt als scheldwoord. Iemand die niet goed presteert (in werk of anderszins) wordt soms voor pannenkoek uitgemaakt. In enkele gemeentes heeft dit ertoe geleid dat het woord deel uitmaakt van de lijst van verboden woorden om gezagsdragers mee aan te spreken.
De term als zodanig zou oorspronkelijk uit de wielrennerij stammen om denigrerend een zwakke coureur te betitelen.
Door Jan Kruis is in 1986 29 november als datum voor Sint Pannekoek bedacht, een dag waarop pannenkoeken gebakken worden.
Daarnaast wordt 2006 door enkele bedrijven de derde of vierde vrijdag van maart aangewezen als Nationale Pannenkoekdag, waarop basisschoolleerlingen gevraagd wordt pannenkoeken te bakken voor ouderen.