Klassieke Oostenrijkse Sachertorte uit Wenen
INGREDIËNTEN:
Voor de taart:
- 140 g pure chocolade (minimaal 70% cacao)
- 140 g ongezouten boter (op kamertemperatuur)
- 110 g kristalsuiker
- 6 grote eieren (gescheiden in dooiers en eiwitten)
- 140 g bloem (gezeefd)
- Snufje zout
Voor de vulling:
- 200 gr abrikozenjam
Voor de chocoladeglazuur:
- 150 gr pure chocolade
- 150 ml slagroom
BEREIDING:
- Verwarm de oven voor op 170°C (hetelucht 150°C). Vet een ronde taartvorm van 24 cm in en bekleed de bodem met bakpapier.
- Smelt de chocolade au bain-marie (in een hittebestendige kom boven een pan met zacht kokend water). Zet apart om iets af te koelen.
- Klop de boter en de helft van de suiker (55 g) samen romig en luchtig.
- Voeg één voor één de eierdooiers toe aan het botermengsel, goed kloppend na elke toevoeging. Voeg dan de gesmolten chocolade toe en meng goed.
- Klop de eiwitten stijf met een snufje zout. Voeg beetje bij beetje de resterende suiker toe en blijf kloppen tot stijve pieken ontstaan.
- Spatel voorzichtig de eiwitten door het chocolademengsel, gevolgd door de gezeefde bloem. Meng voorzichtig zodat het mengsel luchtig blijft.
- Giet het beslag in de taartvorm en bak 45-50 minuten in de oven. Controleer met een satéprikker; deze moet er schoon uitkomen.
- Laat de taart volledig afkoelen op een rooster.
- Snijd de afgekoelde taart horizontaal doormidden (in twee lagen)
- Besmeer de onderste helft royaal met abrikozenjam en plaats de bovenste helft erop
Chocladeglazuur:
- Breng de slagroom aan de kook in een klein pannetje.
- Breek de chocolade in stukjes en giet de hete room eroverheen. Laat 1-2 minuten staan.
- Roer tot een gladde, glanzende ganache ontstaat.
- Giet de ganache over de taart en strijk glad met een spatel. Laat de glazuur opstijven op kamertemperatuur.